De accountantssector kampt met vergrijzing en een personeelstekort, maar het partnermodel dat medewerkers moet binden, voldoet niet meer. Onder twintigers is minder animo voor het partnerschap, waarbij jarenlang buffelen en veel geld gemoeid is.

Dat schrijven economen van ING in een rapport. Onder accountants in de leeftijd van 30 tot 35 jaar is nog voldoende animo om partner te worden. Zij willen dit bij voorkeur zo snel mogelijk, blijkt uit interviews onder de beroepsgroep.

Maar onder twintigers is het een ander verhaal: zij voelen er minder voor om partner te worden. Voor de huidige twintigers zijn financiële prikkels en/of de status van het partnerschap minder van belang en ze hebben meer behoefte aan een betere balans tussen werk en privé. Om die reden zijn jonge accountants minder bereid veel uren te draaien.

Het ontbreken van deze balans bij accountancybedrijven is een belangrijke reden om de sector te verlaten, bleek uit onderzoek van NBA Young Professionals. De lange werkdagen als partner gaan ook niet samen met de goede werk- en privébalans waar vrouwen aan hechten. Zij verlaten de organisatie vroegtijdig.

Bij de Big Four (Deloitte, EY, PwC en KPMG) is minder dan 20 procent van de partners vrouw, terwijl de roep om diversiteit in de samenleving groter wordt.

Daarnaast groeit de behoefte aan zelfstandigheid onder accountants. Bijna de helft ziet een carrière als zelfstandig accountant wel zitten, in plaats van veel uren maken om uiteindelijk partner te worden, blijkt uit een enquête onder studenten accountancy van The Accountables. Het aantal zzp'ers onder accountants is in tien jaar tijd met 40 procent toegenomen en de verwachting is dat dit verder toeneemt.

Jongeren willen zich niet in de schulden steken voor partnerschap

Behalve de vele werkuren vormt ook het geld dat met het partnerschap gemoeid is, een obstakel. Om partner te worden moet je je inkopen. De inkoopwaarde is gebaseerd op goodwill die bestaat uit de waarde van het aandeel in het bedrijf. Jongeren voelen er niet veel voor om zich in de schulden te steken voor een partnerschap.

Ondertussen neemt de vergrijzing onder accountants toe. In 2020 was bijna de helft 45 jaar en ouder en dit loopt de komende jaren op. Tegelijk daalde het aandeel accountants tot 45 jaar in tien jaar tijd van 64 naar 55 procent. De sector kampt bovendien met personeelsschaarste en zorgt bij één op de vier organisaties voor een rem op de groei.

Volgens de economen van ING moeten accountantsorganisaties meer maatwerk bieden en bijvoorbeeld iets anders dan alleen het veelal gebruikelijke partnerschapstraject. In de afgelopen jaren is al werk gemaakt van wijzigingen, zoals certificaathouders die recht hebben op winstdeling, werknemers met beperkt stemrecht en pre-partnertrajecten waarbij jongeren in een vroeg stadium meedenken over de koers van het bedrijf en eventueel meedelen in de winst. Dit moet zorgen voor binding en een minder hoog verloop.

Daarnaast kunnen arbeidsvoorwaarden een rol spelen, waarbij een betere balans tussen werk en privé, meer autonomie en meer variatie in werkzaamheden wordt geboden.

Kantoren die alles bij het oude houden gaan het volgens ING moeilijk krijgen door een gebrek aan nieuwe instroom.

Lees meer over accountancy: